‘COVID-crisis’: het relaas van een ervaren hartbewaking/spoedeisende hulp verpleegkundige

(On
the top right hand side of this page you can choose for a translation
in the language of your choice in Google Translate

Lees het volgende bericht, maar trek je eigen conclusies!!

Het hieronder opgenomen artikel heb ik overgenomen van Robin de Boer (was en/of is verbonden met het rechtse platform Frontnieuws), die op zijn beurt het verhaal overnam van Karsten van Straten, eerder gepubliceerd op Substack. Van Straten was verpleegkundige op de hartbewaking/eerste hulp van een groot ziekenhuis, een verpleegkundige met 20 jaar ervaring, die zwaar gefrustreerd raakte over wat men durfde te zeggen over het Coronavirus en de toestand in ziekenhuizen niet meer kon verantwoorden, de bijwerkingen van de ‘COVID-vaccins’ zag, ziek werd en als gewetensbezwaarde een punt achter zijn carrière zag…. Uiteraard is dat een groot verlies voor de bewuste hartafdeling en eerste hulp en die van andere ziekenhuizen, immers weer een verpleegkundige minder, één met lange ervaring….

Het zoveelste verhaal van een verpleegkundige waarin gehakt wordt gemaakt van het boze sprookje dat de ziekenhuizen overvoerd waren met patiënten door het Coronavirus… Dit zet overigens wel grote vraagtekens bij de destijds in de reguliere Nederlandse media gepubliceerde berichten over het vervoer van patiënten naar Duitsland, daar de Nederlandse intensive care afdelingen (IC’s) overvol zouden zijn geweest…. 

Zelf werd ik in 2021 voorbereid op openhartoperatie die zou plaatsvinden in 2022. Het viel me in 2021 al op dat het in het laatste halfjaar van dat jaar een stuk drukker was in de wachtkamers, wat zich in 2022 voortzette al ging het toen zelfs om overvolle wachtkamers, wat zich met wat vermindering van patiënten voortzette in 2023 en het eerste halfjaar van 2024. Niet dat ik daar conclusies uit trek, ook al wordt één en ander bevestigd door andere berichten over die tijd. Na het eerste halfjaar van 2024 ben ik niet meer in dat ziekenhuis geweest, dus weet niet hoe het er nu voorstaat. Dat ik niet in 2021 werd geopereerd was te danken aan de wachtlijsten, al kan ik daar als buitenstaander uiteraard ook al niets over zeggen. De vermeerdering van het aantal patiënten in 2022 kan mogelijk te verklaren zijn door de uitgestelde zorg tijdens de ‘Coronacrisis’. Al is het niet uit te sluiten dat dit ook een gevolg is geweest van de bijwerkingen die de vaccins gaven, vooral die van de mRNA prikken, die in feite geen vaccin kunnen worden genoemd, daar die alles weghebben van gentherapieën….. 

En vergeet niet dat we plotseling een paar jaar hadden dat het aantal griepgevallen bijna op nul bleef steken, desondanks bleef men mensen het griepvaccin toedienen….. Hiermee bedoel ik dat het bijzonder en zeer uitzonderlijk is dat je plotseling jaren hebt waarin geen griepgevallen voorkomen….. Ik kan me niet herinneren dat dit tijdens mijn leven ooit het geval was en ik ben bijna 70 jaar oud, ook al moet je daarbij rekening houden met het feit dat dit soort zaken de meeste jongeren amper of niet interesseren, of het moet zo zijn dat je zelf of andere gezinsleden bijzonder ziek zijn geweest tijdens een griepseizoen en/of er moeten zoveel griepgevallen zijn geweest dat er sprake was van een pandemie.

Het verhaal van Karsten van Straten spreekt wat mij betreft boekdelen over wat ons tijdens de Coronacrisis werd voorgehouden (en voorgelogen). 

Een
Covid-verhaal van een Cardiac Care Verpleegkundige

“Het
niet bespreken, het zwijgen. Dat vind ik nog steeds het ergs
t.”

Robin
de Boer

Oct
17, 2024


Cardiac
Care Verpleegkundige Karsten van Straten heeft zijn 
ervaringen
op de Hartbewaking/Eerste Hulp
 met
mij gedeeld. Het is de plek waar hij ruim 20 jaar met veel plezier
heeft gewerkt als gespecialiseerde verpleegkundige. Hij is er al twee
jaar weg met gewetensbezwaren.

Nog steeds als hij mensen
spreekt over de afgelopen jaren, de pandemiejaren, valt het hem op
dat ze een heel ander beeld hebben van hoe het eraan toeging bij hem
in het ziekenhuis.

Of
het nou gaat over de Hartbewaking of andere afdelingen, het lijkt of
de beelden van drukke ic’s, de rijen met wachtende ambulances, de
lijkverbrandingen aan de oevers van de Ganges en natuurlijk de
beelden van de dansende zorgmedewerkers met mondkappen en spatmaskers
de enige referentiekaders zijn.”

Mijn
verhaal is anders en toch werkte ik gedurende de pandemie in een
groot vooraanstaand ziekenhuis. Dus ik probeer te nuanceren. Bij mij
op de afdeling werd overigens flink meegedanst. Veel oud-collega’s
zijn het inmiddels wel met me eens dat veel maatregelen totaal
onzinnig waren.”

De verpleegkundige kreeg
bijvoorbeeld te horen: ‘Druk hè, bij jou, wat ik nou weer lees in
de krant. Ambulances kunnen patiënten niet kwijt. Gaat het met je?
Doe je een beetje voorzichtig?’ Hij zei dan: ‘Kom anders even
langs. Kopje koffie doen, kun je zelf eens een kijkje komen nemen en
lopen we even langs de ic, praatje maken bij mij op de Hartbewaking,
het is hier hartstikke rustig’.

Maar
de ic dan? Ik lees dat die tjokvol is bij jullie’, klonk het
lichtelijk verbouwereerd. Van Straten gaf dan een overzicht uit het
ziekenhuis van het aantal ‘besmettingen’ en van de ‘verdachten’
in afwachting van een PCR-uitslag.

Hij las ook de aantallen
op. ‘Ja, maar dat is dan misschien net in jouw ziekenhuis’, kreeg
hij dan steevast als antwoord. “Men accepteerde mijn antwoord
simpelweg niet. Ook niet als ik zei: ‘Nou, mijn ziekenhuis is één
van de grotere topklinische, niet-academische ziekenhuizen van het
land, verdeeld over twee locaties, dus op zich een prima weergave van
de realiteit lijkt me’.”

Maar
het echte beeld dat ik schetste klopte nooit met de perceptie. De
journaals, de kranten met de cijfers van besmettingen. De nare
beelden uit andere landen. En de virologen, de politici en de artsen
iedere avond op tv, in talkshows. Er was sprake van een behoorlijke
discrepantie tussen informatie uit de media en de realiteit van het
ziekenhuis, mijn werkplek.”

Hij belde soms ’s
avonds, na een dagdienst gewerkt te hebben, naar de Hartbewaking en
de ic: ‘Is het opeens volgelopen vanmiddag? Ik zag weer nieuwe
getallen op tv’. Dan kreeg hij te horen: ‘Nee joh, prima te
doen’.

Hij had zich in februari
2020 opgegeven om te helpen op een plek waar coronapatiënten werden
geconcentreerd. Het hoefde niet, er was genoeg hulp.

De verpleegkundige liep
dagelijks alle afdelingen langs om zelf te kijken. Om te checken of
hij misschien zelf gek aan het worden was. “Want ik zag die drukte
niet. Ik zag geen pandemie, niet op straat, niet op het strand, niet
in de stad, maar zelfs niet in het ziekenhuis waar ik werkte. Ik zag
een grote tent staan op het parkeerterrein, maar ook die bleef leeg.”

Verzorgingshuis

Zijn moeder zat tijdens
de lockdown opgesloten in een verzorgingshuis. Maandenlang. Ze was
beginnend dementerend, angstig, ze had al twee keer een delier achter
de kiezen. Ze was gewend aan zijn bezoekjes een paar keer per week en
aan bezoek van zijn zussen. Maar voor haar eigen veiligheid en die
van de andere bewoners, van het personeel en voor zijn veiligheid
(familie), is haar dat bezoek ontzegd. “Daar heb ik eindeloos over
gebeld, gemaild, of die ramen in hemelsnaam open mochten. Ja, in de
zomer gingen ze weer eens open. Dat weghouden van bezoek, de
eenzaamheid, daar is ze helemaal stapelgek van geworden. Ze snapte
het niet. Eenzame opsluiting noem ik het. Ben je 87. Krijg je dat.
Ook die mondkappen begreep ze niet. En blij dat ze daar waren dat ze
corona buiten de deur hadden weten te houden.”

Ik
weet nog goed dat het begin juni 2020 was. Schitterende vroege
zomerdag. De directrice dreigde mijn moeder weer op te sluiten, omdat
ik het gewaagd had om een stukje met mijn moeder te wandelen achter
haar rolstoel, met mondkap. Want daar waren ze streng op. Anderhalve
meter en mondkap waren nog steeds heilig. Ook in de zomer. Het leek
wel een film. De eerste dag na maanden opsluiting. Alles ging
langzaam weer open. Mijn moeder was zo blij als een kind toen ze me
zag. Ik zag een traantje toen ik haar weer meenam naar buiten. Stukje
wandelen. Even van het terrein af. Buiten in de zon, briesje.
Bewapend met mondkap en gestrekte armen achter die rolstoel, verliet
ik samen met mijn moeder het pand. Ik dacht aan de silly walk van
John Cleese achter die rolstoel, had gekund. Maar ik redde die
anderhalve meter afstand nét niet. Maar tjonge, wat deed ik m’n
best voor de zorg en voor de ouderen. Na die wandeling met mijn
moeder kreeg ik dus een standje. En kwamen er opeens dreigementen,
dat mij de toegang ontzegd zou worden, omdat ik de mensen in gevaar
zou brengen met mijn onverantwoordelijke gedrag. En dat zou inhouden,
moeders een dikke week in isolatie op haar kamer en weer testen. En
ik zou er niet meer in mogen als ik dit nog eens zou doen. Ik heb
daarop gereageerd en gezegd dat ik er klaar mee was. Met de
richtlijnen van RIVM, OMT, ACTIS, en GGD in de hand. Ik had alles
uitgeprint en ik had al die instanties gebeld. Ik was goed
voorbereid. Wandelen achter een rolstoel was toegestaan. Maar nee
hoor, niks mee te maken.”

Dit
zijn in mijn ogen gewoon hele nare machtsspelletjes. En misschien
komt het daadwerkelijk voort uit onnozelheid en incompetentie,
vanwege de angst voor een virus. Noem het cognitieve dissonantie, ik
hoop het. Maar ik geloof dat er ook een soort genoegdoening zit bij
sommige mensen op bepaalde posities. Die lijken ervan te genieten. Zo
van: nu is het mijn beurt. Ik zei uiteindelijk tegen de directrice:
‘Je wint, want mijn weerloze moeder is de dupe. Ik zal het terrein
niet meer verlaten. Je dwingt mij, om met dit weer, in de zomer, mijn
moeder niet mee te nemen voor een wandelingetje’. Zorginstellingen
trokken hun eigen plan. Met bezoekregelingen. Best makkelijk. Lekker
rustig. Geen pottenkijkers, alarmen niet om de nek van de bewoners.
Volle luiers. Ziekenhuizen deden dat ook. Geen agressief bezoek.
Gewoon een beveiliger voor iedere afdeling. Dat gebeurde overal. Niet
alleen bij ons in het ziekenhuis of waar mijn moeder woonde. Dat was
voor onze veiligheid.”

Toen werden in het
voorjaar van 2021 de vaccinaties uitgerold. Bijna iedereen in het
verzorgingstehuis kreeg opeens corona, ook personeel en de ene na de
andere bewoner overleed. Ook zijn moeder testte positief en dus moest
de boel op slot. Dat betekende één bezoeker per dag, in een
‘maanpak’. “Maar het ging slecht met mijn moeder en de kans dat
ze dit niet zou overleven was aanzienlijk. Ik heb toen tegen mijn
zussen gezegd, doen jullie maar wat jullie willen, ik doe hier niet
meer aan mee. Ik zet helemaal niks op mijn neus en mond. Mijn moeder
gaat sterven en wij gaan geen stoelendans doen wie daar bij mag zijn.
Ik ga ernaast zitten, ze mag mijn gezicht zien, mijn handen
vasthouden en geen handschoenen voelen. Ze bellen de politie maar.
Suit yourself, maar ik ga niet weg.”

Enkele dagen later
overleed zijn moeder.

Hartbewaking

Op de Hartbewaking was
het tijdens de eerste coronagriepgolf in 2020 doodstil. In de zomer
erna vrijwel uitgestorven. “Ik heb zitten gamen. Super Mario, dikke
pret. Wachtend op patiënten die niet kwamen.”

Op
diezelfde Hartbewaking zag ik in het najaar van 2020 wel de eerste
zichtbare gevolgen van de uitgestelde zorg en van de angst die mensen
had doen besluiten geen ambulance te bellen. We kregen presentaties
van cardiaal blanco-patiënten (dus zonder cardiale
voorgeschiedenis), die met een ambulance binnenkwamen met pijn op de
borst. Ik maakte dan een ECG (hartfilmpje) en zag een oud
hartinfarct. Dit zijn dus patiënten die vertelden dat ze in de
winter en het voorjaar van 2020 klachten hadden (dus zo’n acht
maanden eerder) en die eigenlijk 112 hadden moeten bellen, maar dat
niet deden omdat ze de zorg niet wilden belasten en omdat ze bang
waren om in het ziekenhuis te belanden. Ze kenden de heftige beelden
van de tv. ‘Time is muscle’ zegt men wel eens binnen de
cardiologie. Dus hoe sneller je een hartinfarct behandelt, hoe beter
de prognose voor de patiënt. Acht maanden is dan best lang. Ik zei
in het begin van die lockdowns en tijdens het afschalen van zorg al
tegen mijn collega’s: ‘Moet je eens opletten hoeveel hartfalers
we gaan krijgen over een paar jaar’. En dan zaten we nog maar in
het jaar 2020. 2021 moest nog beginnen…”

De
CCU was een plek waar ik ooit met veel plezier werkte. Acute
situaties, reanimaties, hartinfarcten, kortom, een baan waarbij je
getraind bent om je hoofd koel te houden in stressvolle situaties. Ik
ben er goed in. Ik heb het nog twee jaar weten vol te houden in de
veronderstelling dat ik het wel kon veranderen. Van binnenuit. Dat ik
mensen wakker kon schudden. Maar dat ging niet. Ik kon mezelf
uiteindelijk niet meer eerlijk in de spiegel aankijken als ik hiermee
door zou gaan. Dat klinkt misschien heftig, maar zo voelde ik het tot
in het diepst van mijn wezen. En dat is een beslissing die je niet
makkelijk neemt. Na bijna dertig jaar in de zorg, waarvan ruim
twintig jaar op een Hartbewaking. Stoppen met gewetensbezwaren.
Overspannen. Teleurgesteld. Gedesillusioneerd. Bij mij zijn vanaf
maart 2020 zoveel alarmbellen gaan rinkelen dat ik op een gegeven
moment dacht dat ik van mijn tinnitus was genezen.”

Vanaf het voorjaar van
2021, enkele weken nadat de vaccinatierondes waren gestart –
toevallig ook vlak na het overlijden van zijn moeder – viel het hem
op dat er opeens veel meer jonge patiënten werden gepresenteerd met
hartspierontstekingen, met name myocarditis en endocarditis.

Ik
vroeg het vaak aan de echolaboranten. ‘Is het weer zover? Zien
jullie nou meer patiënten met myocarditis en endocarditis?’
‘Jazeker, nou en of we dat zien. Het lijkt wel een tsunami’, was
dan het antwoord. Ik zag tijdens mijn werk op de Hartbewaking de
afgelopen 20 jaar (vóór 2021) wel met enige regelmaat jonge
patiënten met een pericarditis. Dat is wat anders. Dat is een
ontsteking van het hartzakje. Vaak jonge mannen, na een griep.
Meestal verloopt een pericarditis zonder complicaties. De meeste
patiënten met een ontstoken hartzakje, dus met pericarditis, gaan
vaak dezelfde dag of volgende dag weer naar huis en krijgen
bloedverdunnende en ontstekingsremmende medicatie voorgeschreven. Het
is een beeld dat ik de afgelopen twintig jaar, gedurende mijn werk op
de Hartbewaking best vaak heb gezien bij jonge twintigers en
dertigers. Maar myocarditis en endocarditis? Opeens veel vaker? Bij
myocarditis is het de hartspier die ontstoken is en dat kan net als
bij een hartinfarct ernstige gevolgen hebben voor de patiënt. Er kan
dan schade ontstaan aan de hartspier. En dat kan weer leiden tot
ritmestoornissen, schade aan de geleidingszenuwen in het hart, maar
ook tot verminderde pompkracht en zelfs tot overlijden. Hetzelfde
geldt voor endocarditis. Dat is de binnenzijde van het hart, de
hartholte. In geval van een ontsteking kan dat tot complicaties
leiden. Afhankelijk van de oorzaak. Maar zeker als de kleppen in het
hart daardoor ook zijn aangedaan. Er zijn meerdere soorten
peri/myo/endocarditis. Die ga ik hier niet allemaal benoemen. Ook
niet de oorzaken. Ik benoem nu alleen het feit dat ik als
verpleegkundige op een Hartbewaking vóór 2021 wel met enige
regelmaat pericarditis zag, maar myocarditis en endocarditis niet.
Dit is overigens geen mening. Maar een constatering. Dat kun je
gewoon meten. Bijhouden.”

Hij zag op de
Hartbewaking ook andere bizarre klachten die hij normaal gesproken
nooit op een Eerste Harthulp of Hartbewaking zag. Blaren over het
hele lichaam, het leken soms wel brandwonden, of grote hematomen
onder voeten en in knieholten, of aan de binnenkant van handen. Pijn
in de nek, rare afwijkingen in het bloed, hoge D-dimeer-uitslagen,
trombocytopenie. Dus problemen met de stolling van het bloed. “Daar
heb ik trouwens over gebeld naar collega’s van de Cathkamer. Maar
ook naar andere klinieken. Zien jullie ook meer micro-infarcten? Meer
dichtgeslibde stents? Ik wilde dat gewoon weten. En waarom nu opeens
en niet vorig jaar in 2020? Niks meer en niks minder. Niet iedere
patiënt met bizarre klachten had corona gehad.”

Mijn
boerenverstand zegt dan: Onderzoeken die handel. En wel meteen.
Vragen, bijhouden, registreren, vergelijken. Hup! Wat is er nou
anders in 2021 dan in 2020? Ik heb zoveel rare verhalen en
combinaties gehoord. Ik schreef ze op. Ik maakte zelfs grappen naar
de arts-assistent. ‘Zeg doc, pijn op de borst met radiatie
(uitstraling) naar het netvlies. Is dat atypisch? Of aspecifiek?’ Of
pijn op de borst met rode vlekken op de rug, rechter schouder en
rechter arm. Typisch? Atypisch? Maar goed dat is mijn humor. Mensen
vonden dat niet grappig.”

Radiologie

Ook
op de afdeling Radiologie waar ik vanaf voorjaar 2021 opeens veel
vaker met patiënten naartoe reed om een CT-scan van de longen te
laten maken, vroeg ik: ‘Zien jullie opeens meer longembolieën?’
‘Meer longembolieën? Pff, het is niet normaal zoveel als we er
zien. Zal wel long covid zijn’, zei de ene röntgenlaborant. ‘Ik
denk iets anders’, fluisterde de ander en gaf me een knipoog.
‘Bespreken jullie dit met de radioloog?’ vroeg ik dan. ‘Nou
nee, niet echt’. ‘Hebben al die patiënten dan corona gehad?’
vroeg ik. ‘O, dat weten we niet’. Aha, oké. ‘Nou wij weten het
wel hoor’, zei ik dan. ‘Op de CCU vragen we aan iedereen
uitgebreid naar de coronastatus, we vragen aan patiënten of ze een
positieve PCR-test hebben gehad of corona. En we testen nog steeds
heel erg veel. Maar wat ik wel apart vind, is dat we niet vragen naar
de vaccinatiestatus. Niemand vraagt ernaar. Geen arts, geen
verpleegkundige. Is dat bij jullie op de radiologie ook? Want bij ons
op de CCU wordt er niet naar gevraagd. Het lijkt een beetje een
‘no-go’ gebied’. De ‘long covid’-laborant antwoordde:
‘Terecht, je gaat toch ook niet aan iedere patiënt vragen of ze
zijn ingeënt tegen gele koorts? Of tegen rivierblindheid?’ Ik
antwoordde: ‘Dat is waar en ik vraag patiënten inderdaad ook niet
of ze allemaal een frikandel hebben gegeten in de weken voordat hun
hartspier ontstoken raakte’.

Gewetensbezwaren

Ik
heb nadat ik uitviel de mogelijkheid gekregen om te praten met de
intensivist. Dat is de arts van de ic. Mijn teamleider had dat
geregeld. Heel fijn vond ik dat. Met die intensivist heb ik tijdens
enkele praatsessies van elk een uur, alles wat er in mijn ogen zeer
vreemd en zelfs dubieus was aan het beleid en alles wat ik op de
Hartbewaking meemaakte, verteld. In geuren en kleuren. Ik heb ook
vragen kunnen stellen. Ook over de ic. Maar ik kreeg geen antwoorden.
Ik begrijp inmiddels ook wel dat veel artsen en verpleegkundigen de
antwoorden ook niet hadden, maar mij lukte het niet om beleid te
accepteren waar ik niet achter sta. Zeker niet als ik merk dat het
onlogisch en zelfs schadelijk is. En ik trek helemaal geen
conclusies, maar waarom houden we niks bij? Hoe kunnen we nou leren
van mogelijke fouten als we niets bevragen. Wij zijn de zorg, wij
zien iedere dag patiënten, waarom registreren we niet? Ik heb alle –
in mijn ogen – onlogische maatregelen en al mijn observaties ook
gemeld bij verpleegkundigen, arts-assistenten, cardiologen,
longartsen, microbiologen, radiologen, lab-laboranten, ICT-afdelingen
en dus één op één bij de intensivist. Ik heb gemaild tot aan de
raad van bestuur. Ik kwam uiteindelijk terecht bij de bedrijfsarts,
waar ik wilde praten over de reden van mijn uitval. Maar ook dat was
niet de bedoeling. ‘Daar gaan we het niet over hebben’, werd me
keer op keer verteld. Het niet bespreken, het zwijgen. Dat vind ik
nog steeds het ergst.”

Patiënten
die mij huilend vertelden, dat ze precies wisten sinds welk moment
hun klachten waren begonnen, maar daar niet over konden praten omdat
hun familie en hun huisarts daar anders over dachten. Ik heb als
verpleegkundige ooit een eed afgelegd. Het is een beetje de
equivalent van wat voor artsen de eed van Hippocrates is.”

Geen paniek

Ik
HOOP dat als er verpleegkundigen, artsen en zorgmedewerkers zijn die
dit überhaupt lezen en zich in dit verhaal herkennen, ze bij de
komende ‘pandemie’ doen waar ze goed in (zouden moeten) zijn.
Niet in paniek raken, rustig blijven, koppie erbij. Stapje terug
doen. En dat ze ook proberen om de tv eens even uit te zetten. De
krant even weg te leggen. Kijken wat ze echt zelf zien. En dat ze de
moed hebben om niet te gehoorzamen aan onlogische onzin,” besluit
Van Straten.

===================================

Zie ook: ‘EU-verkiezingen: een geweldige berg desinformatie van en over de EU‘ (6 juni 2024)

Ron Fouchier (professor aan het Erasmus MC) maakt het vogelgriepvirus echt heel gevaarlijk voor mensen: de winst is het risico waard…..‘ (4 juni 2024) En zie de berichten, video en audio onder respectievelijk tussen de links in die blogpost!!! (onder andere over Pfizer dat heeft toegegeven dat er wel ‘wat mis was’ met de ‘vaccins’, maar ook over de PCR-test, enz. enz.)

————————————————

Let op!! De ruimte om reacties weer te geven werkt niet altijd. Als je commentaar hebt en het lukt niet op de normale manier, doe dit dan via het mailadres trippleu@gmail.com, ik zal deze dan opnemen onderaan in het bewuste artikel, althans als je geen geweld predikt, voorts plaats ik jouw reactie ook al staat deze diametraal tegenover dat bericht. Alvast mijn dank voor jouw eventuele reactie, Willem.